Royal Scots Greys tijdens de Slag bij Waterloo (Lady Elizabeth Butler)
"The French system of conscription
brings together a fair sample of all classes;
ours is composed of the scum of the earth,
the mere scum of the earth. It is only
wonderful that we should be able to make
so much out of them afterwards."
(Arthur Wellesley, 1ste Hertog van Wellington)

zaterdag 3 oktober 2009

Rocket Man

"That's one small step for a man, one giant leap for mankind."

Een citaat dat kleinste kind tegenwoordig zou moeten kennen. Zeker nu Frank De Winne, onze tweede 'man in space', zich in een baan om de Aarde bevindt, in het ISS (International Space Station).

Maar wat heeft Frank De Winne überhaubt te maken met de Britten tijdens de Napoleontische Oorlogen?
Hoewel er 200 jaar geleden absoluut geen sprake was van een ruimte-programma, werd er door de visionairen van toen al druk geëxperimenteerd met raketten. Nu ja, natuurlijk mag niet vergeten worden dat dat in eerste plaats te danken is aan de Chinezen die al in de 12de-13de eeuw aan de basis lagen van deze technologie. Europa kreeg de eerste keer te maken met raketaanvallen (jawel, u leest het goed) toen Genghis Khan (de Mongoolse veroveraar) op het punt stond Oost-Europa binnen te vallen.
Buskruit werd met open armen ontvangen in het Middeleeuwse Europa, maar het tijdperk van de raket bleef uit.

Voor de Britse legerleiding bleef het concept dan ook onbekend, tot de Anglo-Mysorische Oorlogen (4 in totaal, tussen 1766 en 1799) uitbraken in India. Aan de ene kant stond Groot-Brittannië en de East-India Company, aan de andere kant het pro-Franse Koninkrijk Mysore. Mysore had al jaren lang een goed georganiseerde raketartillerie, wat desastreuze gevolgen had voor de onvoorbereide Britten.
De Vierde Anglo-Mysorische Oorlog zorgde echter voor een ommekeer. Bij de aanval op Seringapatam (2 mei 1799) werd een grote voorraad raketten getroffen door de Britse artillerie, waardoor het fort in de stad explodeerde.
"Baird Storms Seringapatam" (Mary Evans)


Toen op 4 mei de laatste verzetshaarden werden gesmoord, waren al plannen gemaakt om voorraden raketten naar Groot-Brittannië te verschepen om deze te analyseren.

Een kolonel van de infanterie die bij de bestorming aanwezig was, was Arthur Wellesley, de latere Duke of Wellington. Maar dat volstrekt terzijde.

Zodus, de Britse militaire wetenschappers (van de Royal Arsenal) krijgen een hoopje raketten in handen en beslissen onmiddellijk hier hun voordeel uit te halen. De research hiervan is voornamelijk te danken aan William Congreve, die de raket analyseerde en vervolgens het concept probeerde te verbeteren (vandaar ook de naam "Congreve Rocket").
De technische details laat ik even over aan de aan de wetenschappelijk héél betrouwbare website Wikipedia:

"The rocket was made up of an iron case containing black powder for propulsion and a "cylindro-conoidal" warhead. The warheads were attached to wooden guide poles and were launched in pairs from half troughs on simple metal A-frames. The original rocket design had the guide pole side-mounted on the warhead, this was improved in 1815 with a base plate with a threaded hole. They could be fired up to two miles, the range being set by the degree of elevation of the launching frame, although at any range they were fairly inaccurate and had a tendency for premature explosion. They were as much a psychological weapon as a physical one, and they were rarely or never used except alongside other types of artillery. Congreve designed several different warhead sizes from 3 to 24 pounds. The 24 pound type with a fifteen foot guide pole was the most widely used variant. Different warheads were used, including explosive, shrapnel and incendiary. The rockets were launched using a Flintlock mechanism, triggered by pulling a long cord"


Hoewel verschillende werken over de Britse strijdkrachten het eerste gebruik van de Congreve Rocket plaatsen in 1807 bij de belegering van Kopenhagen (ik zal een van mijn volgende blogs hieraan wijden).
Niet dus. De eerste Britse raketactie vond plaats bij Boulogne, waarbij de raketten op schepen van de Royal Navy gemonteerd stonden. Een soort voorloper van de Tomahawk-raket dus.





zondag 9 augustus 2009

The Walcheren Campaign, Part I

Vraag eender welke krijgshistoricus naar de grootste Britse militaire blunders in de wereldgeschiedenis en u zal namen als Dieppe (1942), Gallipoli (1915-1916), de Charge van de Light Brigade bij Sevastopol (1854) of de Invasie van Irak (2003) te horen krijgen (om maar een paar recente op te noemen).


Stel dezelfde vraag, maar dan aan een niet-Britse krijgshistoricus, en hier en daar zal de naam "Walcheren" opduiken.


Maar wat heeft in hemelsnaam dat stukje Nederland aan de monding van de Schelde te maken met een gigantische blunder?

Tja...

De oudere generaties in België en Nederland kunnen zich hopelijk nog herinneren dat op Walcheren verwoed gevochten werd tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen op 4 september 1944 de Geallieerden Antwerpen praktisch bevrijd hadden, stond nog maar een hindernis hen in de weg om de Schelde te heropenen, zodat de voorraden op tijd konden aankomen waar ze nodig waren (tot 8 november moest alles nog over land vervoerd worden vanuit Normandië = 3-400 Km !!)
In eerste instantie hadden de geallieerden hun hoop gesteld op Operation Market Garden (17-25 september), maar toen dat mislukte (ook een blunder van je welste!) en de opmars haast tot stilstand kwam, begonnen de strategen de eerste plannen te maken van wat weken later bekend zou worden als Operation Infatuate.

Franse Commando-officieren in Vlissingen
(bron: www.combinedops.com/Walcheren.htm)

Om een lang verhaal kort te maken: op 1 november landden de geallieerde commando's (waaronder: Britten, Nederlanders, Fransen, Noren èn Belgen(!)) op Walcheren, ondersteund door Canadese en Britse infanterie- en pantserdivisies*.
Op 8 november gaven de Duitse troepen zich over en was de Schelde-toegang vrijgemaakt.


Nu ja, we hebben het in deze blog over een BLUNDER, en aangezien 1. ik geen blog schrijf over Britten tijdens de Tweede Wereldoorlog, en 2. het voorgaande geen blunder is...

... zal ik u met plezier wat meer te weten laten komen over de Walcheren Campaign van 1809.

HMS Neptune in de Slag bij Trafalgar

Hoewel Vice Admiral Horatio Nelson in 1805 de Franse en Spaanse vloot een beslissende slag had toegediend bij de Battle of Trafalgar (vandaar trouwens de naam van het bekendste plein van Londen), waren de Fransen op het water nog niet compleet uitgeteld.

Het enige probleem waar ze echt mee zaten was dat Brittania de waves rulede, en de Franse vloot zich daarom moest zien te verbergen tot ze opnieuw in staat waren terug te vechten.
De plek die hun het meest aantrok, was de Schelde-monding. De Nederlanden waren op dat ogenblik nog altijd Frans grondgebied, en lag defensief genoeg om de Britten toegang tot deze waterweg te weigeren; maar toch ook weer dicht genoeg om een aanval op Groot-Brittanië te wagen zodra dat kon.

Slim waren ze wel, die Fransen.

De Franse schepen lagen aangemeerd in Vlissingen, terwijl men in diezelfde havenstad met man en macht in de weer was om zes nieuwe schepen te bouwen.

Robert Stewart, 2nd Marquess of Londonderry, Lord Castlereagh
(1769-1822)

Het was op dit ogenblik dat Secretary of State for War (zo'n beetje de Minister van Defensie) Robert Sterwart, oftewel Lord Castlereagh, een carte blanche gaf voor de ontwikkeling van een plan dat een tweevoudige bedoeling had:

1. Het innemen van Walcheren, zodat de Franse vloot geen kant meer uitkon (behalve Antwerpen dan).
2. Het innemen van Antwerpen. Hiermee zou een nieuw front onstaan om de Oostenrijkers wat ademruimte te geven in de strijd tegen Buonaparte.

Dat plan zag er best veelbelovend uit, ware het niet dat er vanaf het prille begin al een paar details uitschoten die de Britten zuur zouden opbreken.

Terwijl de voorbereidingen van de invasie gemaakt werden, die uiteindelijk berekend was voor eind juli 1809, vond de Slag bij Wagram (5-6 juli) plaats. Deze vernietigende veldslag betekende het einde van het Oostenrijkse verzet tegen de Grande Armée en de uitschakeling van de laatste grote bondgenoot van het Britse Rijk.
Tegen alle verwachtingen in betekende dit niet het einde van de invasie.
Jawel, u leest het duidelijk: Ondanks het wegvallen van de enigen die hen hadden kunnen bijstaan, werd de landing voortgezet...

John Pitt, 2nd Earl of Chatham (1756-1835)

Een tweede beslissing die bij velen de wenkbrauwen deed fronsen, was het aanstellen van John Pitt, Second Earl of Chatham, als opperbevelhebber. John Pitt was de oudere broer van William Pitt de Jongere, een van Engeland's meest vooraanstaande Prime Ministers.
Nu ja, een politieke benoeming meer of minder maakt voor mijzelf ook niet echt uit, en in die tijd was het ook populair om een benoeming in het leger te krijgen als opstapje naar hogere, politieke ambities.
Maar in dit geval bleek de benoeming van de Earl of Chatham noodlottig te zijn**.

Zodus geschiedde dat op 29 juli een vloot uitvaardde van 70 schepen, die de dag erna zo'n 700 troepentransportschepen over het kanaal zouden escorteren.
De volledige troepenmacht was trouwens zo'n 39-40.000 man groot. Arthur Wellesley moest het in datzelfde jaar in Portugal en Spanje stellen met maar een goeie 20-25.000 manschappen!

Walcheren, heden ten dage

De landing ging uiteindelijk best goed en de Franse tegenstand was minimaal. Dit was volledig te danken aan Buonaparte die het vernuftige idee had dat bij een invasie het simpelweg een kwestie was om de dijken te vernietigen, zodat het land blank zou staan. Generaal Louis Claude Monnet de Lorbeau, die gedurende de Franse Revolutie zijn sporen had verdiend als infanterie-officier bij de Guerre de Vendée, deed wat Buonaparte hem opgedragen had, liet de dijken ontploffen en er gebeurde... niets.***
Tegen alle Franse verwachtingen in, gaf Vlissingen zich op 15 augustus over. De belegering die hieraan voorafging legde zowat de halve stad in de as (doden/gewonden ook zowat de helft van de bevolking). Een van de wondermiddeltjes die hier de oorzaak van zijn, is de Congreve rocket (waar mijn volgende blog over zal gaan trouwens!).

Maar... tegelijk met de eerste Britse kleine successen in deze campagne, gebeurde achter de schermen iets wat niemand kon verwachten. Een klein citaatje van Rifleman Benjamin Harris van de 95th Rifle Regiment die op dat ogenblik in een klein dorpje gestationeerd was (locatie onbekend):

"But at the expiration of (I think) less time than a week, an awful visitation came suddenly upon us. The first I observed of it was one day as I sat in my billet, when I beheld whole parties of our Riflemen in the street shaking with a sort of ague, to such a degree that they could hardly walk; strong and fine young men who had been but a short time in the service seemed suddenly reduced in strength to infants, unable to stand upright-so great a shaking had seized upon their whole bodies from head to heel. The company I belonged to was quartered in a barn, and I quickly perceived that hardly a man there had stomach for the bread that was served out to him, or even to tast his grog, although each man had an allowance of half-a-pint of gin per day. In fact I should say that about three weeks from the day we landed, I and two others were the only individuals who could stand upon our legs. They lay groaning in rows in the barn, amongst the heaps of lumpy black bread they were unable to eat."

De militaire artsen draaiden overuren. Niemand wist concreet wat er aan de hand was. Meer en meer Redcoats werden ziek....


Vervolg volgt!

* Ik ga sowieso een paar vergeten te vermelden. Excuseer.
** Hij werd "The Late Earl" genoemd door zijn gewoonte om lekker lang uit te slapen; en hij landde op Walcheren in het bijzijn van zijn geliefkoosde minischildpadjes.
*** De wind waaide naar de verkeerde kant.

donderdag 6 augustus 2009

Boeken, deel I

Even tussendoor wat nieuws over mijn eigen nieuwe aanwinsten.

Napoleon in Egypte door Paul Strathern.

Met de aankomende tweede zittijd heb ik zelf nog maar weinig kans gehad om er in te bladeren, maar de eerste helft was al betrekkelijk beloftevol! Nu ja, wanneer ik 'm volledig uit heb kan ik er natuurlijk iets beter (en serieuzer!) over oordelen, maar laat het ons erop houden dat er assumpties instaan die wel een beetje een ander licht werpen op sommige "zaken". Maar daarover houd ik u allen wel up-to-date in een latere blog. Het boek is op zich echt wel vlot geschreven, hier en daar wat subjectieve nootjes waarvan ik iets had van "tss tss tss"* en nog het best te lezen door mensen die een "notie" hebben (of meer) van de Egypte-expeditie.**

Even kantnota: ben ik de enige die vind dat de coverart er wat "raar" uitziet? Er scheelt echt iets met Nappy's gezicht! (buiten het feit dat hij immens droevig kijkt)

***


En dan nu de toekomstige aankopen (de bestelling is intussen al gebeurd. Gelukkig probeer ik ze altijd wel zo goedkoop mogelijk in handen te krijgen).

Sharpe's Rifles door Bernard Cornwell

Voor degenen die geen idee hebben wie of wat Sharpe is, kijk even naar mijn eerste blogpost.
In dit geval gaat het om de novel die als eerste verfilmd werd (met Sean Bean als Richard Sharpe), maar het was het zesde (1988) in de lijn van boeken die door Cornwell geschreven werd (met Sharpe's Eagle als eerste (1981)).
Ik probeer langzaamaan mijn collectie uit te breiden. Ik zit nu al aan welgeteld 1 (!!!) novel uit de reeks. Maar zoals u wel weet: 1 is het begin van duuzend!! Honderdduuzend!
Klik ook even op het foto'tje in het rechter-menu voor een stukje Sharpe. Hoezee hoezee!

Anyway, on to the next


The Recollections of Rifleman Harris

Een scha en schande is het dat ik dit boek nog altijd niet in mijn bezit heb (en dat ligt in eerste plaats niet aan mij, maar aan het internetbedrijf waarbij ik het boek al een goeie twee keer heb proberen te bestellen!! Hopelijk deze keer, goeie keer!).

Rifleman Harris, de Jason Salkey (Sharpe-acteur)-versie

Het zijn de memoires van Benjamin Randell Harris, uitgebracht in het midden van de 19de eeuw, over zijn ervaringen als rifleman van de 95th Rifles in Denemarken, de Peninsular War en de desastreuze Walcheren Campaign (waar mijn volgende blog over zal gaan. Vrij handig dus!).

Anyway, ik ben in blijde verwachting!





* En waarover ik echt geen zin heb om over uit te wijden.
** Buiten dat de 'Steen van Rosetta' toen gevonden is. Jesus Christ, is dat al wat men tegenwoordig opsteekt van zo'n dingen? Jaja, Steen van Rosetta, blah blah blah... I mean...
het mag dan ne steen zijn met hiërogliefen op, maar het blijft ne steen! (ik ben klaarblijkelijk licht gefrustreerd door deze steen die ik al veel te vaak ben tegengekomen).
*** Ook nog even een bedankje voor dit boek aan Gaëtan/Geissbock!!

zaterdag 1 augustus 2009

Bloody Badajoz

Badajoz, hoofdstad provincie Badajoz, regio Extremadura.
Ontstaan: +/- 875
Inwonersaantal: 145257 (2007, Wikipedia)

Badajoz
Dit aangename, landelijke stadje in het westen van Spanje is de ideale uitvalsbasis om de Estro-Madura streek te verkennen. Het carnaval van Badajoz is vermaard in heel de streek en het historische stadscentrum en de diverse musea bieden voor ieder wat wils.
Aangezien het op een belangrijke doorvaartroute (N4) ligt, bent u op een wip in Portugal...

Of van Portugal in Spanje...

En dat is wat Arthur Wellesley dacht, toen hij op zijn stafkaarten keek.
Niet omdat Badajoz, zoals hierboven vermeld, een prachtige trekpleister is in Spanje, maar omdat het ook in die tijd op een grote route tussen Portugal en Spanje lag en rechtstreeks doorliep tot Madrid (en van wat is Madrid de hoofdstad?).



Maar waar begon het allemaal?
Even een kleine situatieschets voor degenen die niet echt bekend zijn met de Peninsular War (Iberisch Schiereiland (Spanje + Portugal).
Op 17 Oktober 1807 steekt een Franse legermacht onder leiding van generaal Junot (1771-1813) de grens tussen Frankrijk en Spanje over. Een goeie maand later (19 november) staat hij in Portugal en op 30 november nemen de Fransen Lissabon in.
Hun verbazing was echter groot toen ze tot de ontdekking kwamen dat de Portugese koninklijke familie verdwenen was, samen met het grootste gedeelte van de schatkist.
Waar het Franse opperbevel (waaronder Buonaparte) geen rekening mee had gehouden, was het oudste internationale verdrag ter wereld: het Anglo-Portugese Bondgenootschap dat officieel gesloten werd in 1373(!). Jawel, het was dit verdrag dat er 434 jaar later voor zou zorgen dat Groot-Brittannië zich in de strijd op het Iberische Schiereiland zou werpen.
Uiteindelijk zou Portugal dè uitvalsbasis bij uitstek worden, van waaruit de Redcoats zich langzaamaan op een allesbeslissend offensief tegen de Fransen voorbereidden.

Het zou nog enkele jaren duren vooraleer Arthur Wellesley (de latere Duke of Wellington, of eenvoudigweg "Wellington") toegelachen werd door Vrouwe Fortuna. Sinds zijn aanstelling als Opperbevelhebber van de Britse Strijdkrachten in de Peninsula in 1809, was het een steekspelletje geweest tussen Redcoat vanuit Portugal en Frog (Fr.) vanuit bezet Spanje, waarbij geen van de twee partijen de bovenhand kon halen*.

Tot de winter van 1812...
Terwijl de Redcoats in Portugal een winterstop hielden, werd in het zuid-oosten van Spanje de belegering van Valencia ingezet, dat op dat ogenblik nog in handen was van het Spaanse leger onder generaal Joachim Blake (1759-1827, van Ierse afkomst). Maarschalk Suchet, die de leiding had over het belegerend leger, kreeg gratis en voor niks 15.000 troepen uit (Noord-)West-Spanje om aan zijn eigen reserves toe te voegen (het was nu eenmaal een vrij beslissende situatie daar, in Valencia).
Maarschalk Auguste de Marmont (1774-1852), die helaas in noordwest-Spanje gelegerd was en daarom over 15.000 man minder beschikte, voelde de storm al aankomen:

"The emperor wants me to take the offensive...but his Majesty does not realize that the smallest movement in these parts expends great quantities of resources, especially of horses... To make a requisition on even the poorest village we have to send a detachment of 200 men and, to be able to live, we have to scatter over great distances."


Maarschalk Louis Gabriel Suchet, 1ste Hertog van Albufera (1770 –1826)

Toen Wellesley dit vernam***, mobiliseerde hij onmiddellijk zijn troepen.
Even voor de duidelijkheid: dit speelt zich allemaal af in het begin van januari 1812. Zo'n nieuws moet echt wel een laat kerstcadeau geweest zijn! In cadeaupapier met glittertjes! en dichtgebonden met een zijdezacht lintje en vastgemaakt met een mooi strikje!
En met een kerstkaart met daarin met sierlijke letters geschreven:



Mon chèr General Wellesley,

If you want ze cities of
Ciudad Rodrigo et Badajoz,

I would be happy to lend zem to
you for ze moment!
But only if you give zem back éh!

Joyeux Noël et bonne 1812,
Napoléon Bonaparte
Empereur des Français



(en tot zover mijn poging om Engels met een Frans accent te typen)
Wellesley zag zijn kans schoon. De steden Ciudad Rodrigo (dat aan het noordoosten van Portugal grensde) en Badajoz (aan de oostgrens) (-> zie kaart boven) waren twee vrij grote versterkte garnizoenssteden, die in weze de hengsels vormden voor de inval in Spanje en daarom essentieel waren in de offensieve Britse strategie.

De Britten hadden in mei van 1811 tweemaal geprobeerd om de stad te belegeren, maar het oprukken van te omvangrijke Franse versterkingen had hen gedwongen om terug te trekken.
Maar deze keer zou het anders gaan, had Wellesley zich voorgenomen.

In de vroege namiddag van 8 januari (Arty liet er geen gras over groeien!) arriveerden de eerst Britse troepen voor de poorten van Ciudad Rodrigo. Volgens de kronieken zouden de Franse Officiers, bij de aanblik van zulk een kleine troepenmacht, zich buiten de stadspoorten verzameld hebben, waarna ze sierlijk bogen om de Redcoats wat belachelijk te maken.

Om een lang verhaal kort te maken (het gaat in deze blog nu eenmaal over Badajoz):

De uiteindelijke troepensterkte kwam op 10.700, tegenover 2.000 Franse verdedigers. Minimum ratio voor een belegering en inname van een stad is om en bij de 3:2 (aanvaller-verdediger), maar meer is beter natuurlijk. En op 19 januari gebeurde het...

De bestorming van Ciudad Rodrigo (19 januari 1812)

Eindscore (slachtoffers): 1.111 Redcoats (916 gewond; 195 gedood) - 2000 Fransen (529 gewond en gedood; 1471 gevangen genomen).
Feit: Nadat de stad ingenomen werd, gingen de Britse troepen zich te buiten aan plunderingen, verkrachtingen en moord. Het waren alvast geen doetjes. Maar er was erger op komst.

En toen kwam Badajoz aan de beurt...


De stad was in handen van 5.000 Franse troepen onder generaal Armand Philippon (1761-1836).


De stad zoals ze er nu uit ziet, met in het rood de toenmalige omvang en
verdedigingswerken.
Bron: Google Earth - Breedtegraad 38°52'42.95"N, Lengtegraad 6°58'13.02"W

Alhier een mooi met paint behandelde afbeelding van het huidige Badajoz. Voor meer details over forten uit de Nieuwe tijd, klik hier.
Iedere uithoek van de verdedingslinie van Badajoz had ook een naam, die refereerde naar een heilige (Spanje = zwaar katholiek).
1. San Vincente (Sint Vincentius)
2. San José (Sint Jozef)
3. Santiago (Sint Jacobus)
4. San Juan (Sint Johannes)
5. San Roque (Sint Rochus)
6. Santa maria (zegt genoeg)
7. Trinidad (heilige Drievuldigheid)
8. San Pedro (Sint Petrus)
9. San Antonio (Sint Antonius)

en 10. Het fort Pardaleras

Kleine legende: De rechthoek met een kruis in en twee kruisjes boven is het kaartsymbool voor een divisie. In dit geval zijn het de Light Division (waarom heb ik daar trouwens LT gezet en niet LD?) en de 4th Division.


De afstand tussen Ciudad Rodrigo en Badajoz is ongeveer 196 kilometer. De voorhoede was al midden februari vertrokken; Wellesley arriveerde op 11 maart. We moeten tussendoor ook niet vergeten dat Wellington onder een zware tijdsdruk stond. Hij moest beide forten innemen, vooraleer Maarschaal Marmont de kans kreeg om zijn troepen te verzamelen en de tegenaanval in te zetten.
Op 16 maart begonnen de Redcoats de eerste belegeringswerken uit te voeren door grachten te graven. De Fransen deden net hetzelfde, wat uiteindelijk leidde tot kleine schermutselingen. De 19de probeerden de verdedigers enkele Britse loopgrachten in te nemen, wat als gevolg had dat die twee kleinere forten rond Badajoz innamen.
1. Fort San Cristobal aan de overzijde van de rivier (Guadiana).
2. Fort Picurina dat ligt (en nu gaat het even moeilijk worden):
Aan de rechterbovenhoek van het symbool van de Light Division begint de rechterhoek van het verdedigingswerk. Dat groene vlak dat lijkt op een pijl met een hoek van +/- 100°? De punt van het fort wijst trouwens naar de linkerbovenhoek van het symbool van de 4th Division.
Ik hoop dat dat genoeg hints zijn! Ik geloof trouwens (ben er zelf niet honderd procent zeker van) dat de beige rechthoek er ook nog bij hoort.

Anyway, terug naar het verhaal.

Het beleg van Badajoz ging goed. Niet super, maar doodgewoon goed. Tot Wellesley op de 29ste te horen kreeg dat Marmont oprukte naar Ciudad Rodrigo en dat Maarschalk Soult op weg was naar Badajoz. De generaal, die normaal gezien de "cool" zelve was, begon zich meer en meer zorgen te maken dat hij wederom zou falen. Daarom, toen op zondag 6 april, zijn artillerie-officieren lieten weten dat hun kanonnen drie bressen hadden geslagen in de verdedigingswerken, nam hij een beslissing die hij zich achteraf misschien wel beklaagd zal hebben. De drie bressen (waarvan twee in de Trinidad-sector) waren vrij klein en ze waren zwaar verdedigd.
Hij liet de hoogste officieren samenkomen in zijn tent, en na een kleine aarzeling (hij wilde eerst de aanval laten beginnen om half acht 's avonds (vlak na zonsondergang)) werd het uur van de bestorming op 10 uur 's avonds gebracht.

Arthur Wellesley, Duke of Wellington (1769-1852)

Het nieuws verspreidde zich en onmiddellijk kwamen jonge officieren zich aanbieden om de "Forlorn Hope"**** te leiden.
Het aanvalsplan bestond uit vier delen.
1. De 4de en de Light Divisie zouden rechtstreeks de ontstane bressen van de Trinidad-sector aanvallen.
2. De 3de Divisie (onder generaal Picton) zou de San Antonio-sector aanvallen en proberen het kasteel in het noordoosten in te nemen.
3. De 5de Divisie zou proberen om de muren te beklimmen in de San Vincente-sector.
4. Een 1000-man sterke eenheid onder Majoor Wilson van het 48ste (Northamptonshire) Regiment zou Fort Pardaleras en vervolgens San Roque aanvallen.

In essentie waren delen 2 tot 4 enkel afleidingsmaneuvers om verdedigers van de bressen weg te halen. Het verschil tussen overwinning of nederlaag lag helemaal in handen van de mannen die deze bressen zouden bestormen.

De avond begon te vallen. De ladders en enterhaken werden in gereedheid gebracht. De laatste woordjes moed werden ingesproken. Hier en daar werd rum uitgedeeld om de mannen wat meer moed te geven.


Private, 48th Northamptonshire Regiment


De bestorming begon met de aanval van Majoor Wilson, die Fort Pardaleras snel in handen kreeg.

En toen was het aan de Forlorn Hope om hun kans te wagen. Terwijl ze in stilte oprukten, met de duisternis als hun bondgenoot, gaf Wellesley het teken aan de andere divisies om hun afleidingsmanoeuvres te beginnen.

De Forlorn Hope rukte goed op en ze waren zelfs zo dichtbij dat ze de stemmen hoorden van de Franse wachtposten.

En toen ging het mis...

Naar alle waarschijnlijkheid heeft een Redcoat ergens een verkeerd geluid gemaakt, want een van de wachtposten werd gealarmeerd.

"Qui vive? Qui vive?"

Werd over de barricades geroepen en toen de Franse soldaat geen bevestiging kreeg, schoot hij met zijn musket in de lucht. Tromgeroffel weerklonk doorheen de stad. Toen werd het opnieuw stil tot tien minuten later Picton met zijn 3de divisie aanviel. Van die verwarring maakte de Forlorn Hope gebruik om te chargeren. nog vooraleer ze tien passen gezet hadden, vanuit hun dekkingen, werd hun aanval begroet met een fussilade van musketten en grapeshot (kanonmunitie die bestaat uit musketballetjes in een canvas zak. Wanneer het kanon vuurt, breekt de zak en schieten de balletjes alle richtingen uit). De Fransen hadden die dag ook hun voorbereidingen getroffen door lichte mijnen te leggen.

Ik hoef alvast niet meer te zeggen dat het een waar bloedbad werd.
Twee uur lang duurde de slachting, waarbij de soldaten zich een weg dienden te banen door een berg doden en gewonden (2.000 in totaal!).

Uiteindelijk baatte het maar weinig. De verliezen werden te groot en Wellesley stond op het punt het bevel te geven om de aftocht te blazen, toen het bericht kwam dat de 3de Divisie van Picton er in geslaagd was om San Pedro en het kasteel daar achter in te nemen. Tegelijk was de 5de Divisie, aan de andere kant van de stad, er ook in geslaagd om de muren in te nemen, en samen wisten deze divisies de stad in te nemen. Generaal Philippon wist met de overgebleven Franse verdedigers nog over de rivier te vluchten, maar hij gaf zich niet lang daarna over.

De Redcoats gingen zich na de aanval te buiten aan allerlei excessen. Net zoals bij Ciudad Rodrigo gingen ze zich te buiten aan drank, plundering, verkrachting en moord. Officieren die hen aanmaanden om van dit gedrag af te zien, werden scrupuleloos neergeschoten. Het duurde 72 uur om de stad terug onder controle te krijgen. 4000 onschuldige Spaanse mannen, vrouwen en kinderen werden er het slachtoffer van.

Toch iets om even stil bij te staan.

Natuurlijk moeten we ook niet vergeten dat de tol bij het Britse leger ook enorm was. Van de 25.000 ingezetten troepen, waren 4.800 gedood of zwaargewond.

De Light Division***** had het zwaarste te lijden gehad, met een butcher's bill van 40%

Wat er in Wellesley's gedachten omging, valt het best te verwoorden door een dispatch die hij schreef aan Robert Jenkinson (2nd Earl of Liverpool, Prime Minister van 1812 tot 1827):

"The Capture of Badajoz affords as strong an instance of the gallantry of our troops as has ever been displayed. But I greatly hope that I shall never again be the instrument of putting them to such a test."

Ondanks de verliezen was Wellesley erin geslaagd twee sleutelposities in te nemen in de strijd tegen de Fransen in Spanje. Hij versloeg op 22 juli Maarschalk Marmont bij Salamanca; en twee maanden later marcheerden de Redcoats door Madrid.




* Spaanse guerillero's en de terugtrekking van Franse troepen om te vechten aan het Oostfront (waar hebben we dat nog gehoord?) even buiten beschouwing gelaten. Het waren niet enkel de Britten die aan de oorzaak stonden van de Spanish Ulcer.
** Vraag me niet om een Franse vertaling. Bron: Wikipedia ("Peninsular War")
***Hij had een vrij groot spionnen-netwerk.
**** Forlorn Hope. Afgeleid van het Nederlands "Verloren hoop". In weze bestond deze uit soldaten en officieren die bij een bestorming als eersten door de bres moesten proberen te breken. Uit de term zelf valt al af te leiden dat dit vaak uitmondde in een bloederige massa-executie. Hoewel de kans om te sterven groot was, was er nooit een gebrek aan kandidaten. Door aan een Forlorn Hope deel te nemen, was de kans op promotie heel groot en zagen vooral de jonge officieren hierin een kans op een voorspoedige carrière. Ook gewone soldaten kregen na een Forlorn Hope heel wat voordelen.
***** Light Division: 43rd Monmouthshire Light Infantry Regiment, 52nd Oxfordshire Regiment of Foot, 95th Rifle Regiment.

vrijdag 31 juli 2009

Even tussendoor

Ok, de grote openbaring van de blog is aanstaande. Een nieuwe Johnny Newcombe is geboren.


Ik heb net een custom-made Napoleontische search-engine in de zijbalk gezet.
Probeer 'm even uit, dan ben ik er zeker van dat het werkt.


En als extraatje: Lego! (meer alhier)


Poor Boney


Aangezien het nog niet vaak opgesomd werd:

De medische problemen van Napoleone Buonaparte (met handige wikipedia-linkjes)

1. Kolieken
2. Maagzweren
3. Dysurie
4. Borstoedeem
5. Verschillende soorten koortsen
6. Constipatie
7. Maag-darmontstekingen
8. Aambeien
9. Een micropenis (Uiteraard tussen haakjes. Nummer 9 is en blijft maar een gerucht.)


Uiteraard kreeg Arthur Wellesley ook zijn deel ziekten te verwerken, waaronder dysentery, lumbago, reuma EN de "Malabar Itch" tijdens zijn Indische campagne. Voor zover mijn medische kennis reikt (met behulp van Google) kan ik zeggen dat het een ziekte die veroorzaakt wordt door ringwormen, waardoor het slachtoffer koorts krijgt en er huidinfecties gaan ontwikkelen. Behandelwijze voor deze ziekte was salpeterzuurbad-kuur. Dit zuur was zo sterk dat de handdoeken waarmee Wellesley gedroogd werd, compleet opgevreten werden.
Wellesley zou nadien nooit echt meer herstellen.

Redcoat woordenschat

GOD... SAVE... IRELAND!
("Sharpe's Regiment", 1996)



Enkele woordjes uit het kleurrijke taalgebruik van de Britse soldaat.

A


Abram: "to Sham Abram" een ziekte veinzen

B

Bacon Bolters: grenadiers
Bad bargain: een waardeloze soldaat
Baggage: Vrouwen en kinderen
Bang up: zeer goed
Barker/Barking Iron: pistool
Bat: bagage, provisies, bezittingen
Belch: bier
Belemite: soldaat die veinst alsof hij mentaal niet in orde is
Bishop: mix van wijn en water
Bitch Booby: een boerendochter
Black Book: strafboek van het regiment
Black Guard: een achterbaks persoon
Black Hole: cachot/gevangenis
Blackjack: tinnen kop van 25cl
Bleeders: sporen (beugels)
Bloody Back: een soldaat
Blue plum: een kogel
Bog Land: Ierland
Boots: de jongste officier in de mess
Brimstone: een achtergelaten vrouw
Brown Bess: India-pattern musket (1797-1854). De musket van de Britse strijdkrachten tijdens de Napoleontische oorlogen.
Brown George: Brood gebakken door het leger
Buffs: uniformriem
Bulldog: pistool
Bumbo: mengeling van rum, water en suiker
Bumper: een vol glas
Butcher's bill: lijst met doden en gewonden

C

Cagg: alcohol-onthouder
Calfskin: trommel
Calfskin fiddler: trommelaar
Candlestick: bajonet
Cap: militair hoofddeksel/shako
Caterpillar: rups/soldaat
Clash pans: cymbalen
Cool Lady: vrouw die alcohol verkoopt
Cracker: munitie
Crapaud: Franse soldaat
Croaker: zagevent
Crocus: chirurg

D

Dead man: lege fles

F

Faggot: man ingehuurd om in plaats van de soldaat bij het dagelijks afroepen van de namen aanwezig te zijn.
Foot wobbler: cavalerieterm voor infanterie
Frog: Franse soldaat

G

Grog: mix van rum en water

I

Inexpressibles: pofbroek (beste vertaling die ik kon vinden)

J

Johnny Newcombe: rekruut
Jolly: marinier
Jonathan: Amerikaan

K

Knock-me-down: heel sterke ale (bier)

L

Leg bail: vertrekken zonder schulden te betalen
Light Bobs: lichte infanterie
Lobster: soldaat. Specifieker = marinier

M

Muff cap: hoofddeksel van een hussaar (busby cap)

N

Necessaries: persoonlijke bezittingen
Nightingale(nachtegaal): soldaat die schreeuwt en weent bij een geseling

O

Old Trousers: Franse pas-de-charge

P

Parleyvous: alles wat Frans is
Patlander: Ier
Piece: kanon
Pigtail: prop tabak
Poker: zwaard
Pong: brood
Pop: pistool
Punk: vrouwelijke kampvolgster

R

Rag carrier: ensign (laagste officiersrang) van de infanterie
Rag fair: inspectie van de onderkledij en bezittingen
Rammer: arm
Red rag: rode vest (red coat)
Redshank: Highlander
Roller: cravat
Ruffler: bedelaar
Rumbo: zie Bumbo

S

Saddle sick: afkeer van paardrijden
Saloop: thee, melk en suiker
Sheepskin fiddler: trommelaar
Shifting ballast: zevaartterm voor transport van soldaten over zee
Skilly: aangelengde soep
Smabble: doden van een vijand
Smalls: gilet, broek en hemden
Smart money: geldelijke compensatie voor het verlies van lichaamsdelen
Snapper: pistool
Snob: schoenmaker
Spit: zwaard
Stick: pistool
Stingo: sterke drank
Stirrabout: stoofpot
Swad/Swaddy: soldaat
Swizzle: alcohol

T

Tail: zwaard
Tattoo: taptoe
Tilter: zwaard
Time Beater: trommelaar
Toad Eater: hielenlikker
Toasting iron: zwaard
Tommy: brood
Trull: zie Punk

W

Walking cornet: cavalerie-term voor een ensign
Worn out: soldaat die afgekeurd is voor actieve dienst


Bron: MORGAN, M., 'British Army Slang', Wellington's Victories: A Guide to Sharpe's Army 1797-1815, Londen, 2004, p.128-131.

Het belang van formaties

Make ready! ... present! ... FIRE!

Daar draait het allemaal om op het slagveld tijdens de Napoleontische Oorlogen. Het laden van de musket, schieten, herladen en het hele proces begint van voor af aan, tot een van de twee partijen er de brui aan geeft en besluit een potje achteruit te lopen of met de witte vlag te zwaaien waarna de leidinggevende officier zijn zwaard afstaat en om een "parole"* vraagt. Zo simpel gaat het allemaal tijdens de Napoleontische veldslag.

Niet dus.

Nu ja, ik kan in dit geval een hele moeilijke uiteenzetting geven van de Britse tactieken tijdens de Napoleontische Oorlogen, maar in weze verschillen die toch niet zozeer van die van andere Europese legers tijdens de 18-19de eeuw.

Generaal Sir David Dundas Bt (1735-1820)

Aan de basis van de Britse infanterietactieken ligt Generaal Sir David Dundas Bt (1735-1820), die zich specialiseerde in drill en manoeuvreren. Hij haalde zijn mosterd hiervoor bij de Pruisen, Oostenrijkers èn Fransen die in de tweede helft van de 18de eeuw al wèl hun soldaatjes mooi in het gelid konden laten lopen.
Dundas schreef in al zijn kunde zijn voornaamste werk: 'The Principles of Military Movements chiefly applicable to Infantry' (1788).
Dit werk bleek zo populair te zijn dat het tien jaar later (1798!) bij koninklijk besluit verplicht uitgedeeld werd aan elke infanterie-officier.
Hoewel het boek door bijna elke officier veracht werd door zijn omslachtigheid (veel te ingewikkeld voor de gentleman-soldier!), werd een deel ervan wereldwijd bekend: 'The Dundas-manoeuvres', of de 18 maneuvers (voorbeeld te vinden hier, vanaf pagina 179).
Deze, met haast mathematische uitgedachte serie troepenbewegingen, zou de basis gaan vormen voor de infanterie-tactieken die gebruikt werden tussen 1803 en 1815 (en tot in de tweede helft van de 19de eeuw!)

Slag bij Vitoria (21 juni 1813) door John Augustus Atkinson

Nu ja, hij mocht dan wel een essentiële toevoeging hebben gedaan aan het Britse drill-systeem; uiteindelijk was het net een afwijking van zijn systeem dat er voor zorgde dat de Redcoats een immens voordeel hadden ten opzichte van elk ander staand Europees leger.

Hoezo?


De musket, het wapen bij uitstek voor alle Europese legers tot het midden van de 19de eeuw, was op zich maar een halfslachtig onding dat qua principe eigenlijk niet veel verder stond dan de arquebus/haakbus van een paar eeuwen daarvoor

De effectieve doeltreffendheid van zo'n musket was ongeveer:
  • afstand 300 m - treffers 20 %
  • afstand 200 m - treffers 25 %
  • afstand 140 m - treffers 40 %
  • afstand 70 m - treffers 70 %
(Pruisische schootstests in 1790 met musketten uit 1782, met als doel een zeildoek van 32 m breed en 1,80 m hoog (de afmeting van een infanteriecompagnie) - Bron: Wikipedia)

Eerlijk, zoiets is ten opzichte van hedendaagse standaarden eigenlijk om van te huilen.**
Aangezien ik hier niet van plan ben om het hele principe van de musket uit te leggen, maar mij even wil richten op de tactiek, komen we even bij een question-answer dialoogje tussen ik en mezelf:

Q: Wat kan ik uit die schootstests eigenlijk afleiden?
A: Stel, je staat aan de goal van een voetbalveld met een musket, en je doelwit staat aan de overzijde, recht tegenover jou (met als voorwaarde dat het voetbalveld ongeveer 120 meter lang is). Dan heb jij, als je al wat oefening hebt gehad, een goeie 40-45 procent kans om dat doelwit te raken.
Q: Tja, hoe los je zo'n probleem dan op?
A: Simpel! Door een paar vrienden op te trommelen, die samen met jouw willen musketschieten!
Q: Hunk?
A: Als je een eenvoudig rekensommetje maakt, dan kan je afleiden dat, als je negen vrienden hebt uitgenodigd (voor de rekenwonders: dat maakt tien man), het doelwit (statistisch gezien) vier keer geraakt zal worden.
Q: Maar vroeger zullen er wel meer dan tien man gestaan hebben?
A: Inderdaad! Wat ben jij slim zeg!
De kleinste formatie, de sectie, bestond uit 25 Redcoats. Daarboven staat de Company (100 R). 10 Companies vormen een Battalion (1000 R), 1 of meer Battalions worden een Regiment, etc.
En op die manier krijg je veldslagen zoals Vitoria (FR <-> GB-ESP-P (zie tekening boven)) met bijna 155.000 deelnemers, tot de Slag bij Leipzig (FR (waaronder Polen, Napolitanenn Italianen en Saksen) <-> AUS - PR (Pruisen) - RU - SE (Zweden) - Saksen (beetje verdeeld volk)) waarbij meer dan 600.000 troepen werden ingezet, wat een van de grootste slagen in de geschiedenis opleverde (en de laatste grote slag van Buonaparte, die maar een goeie 200.000 man kon inbrengen en daarvan 25% verloor).
Q: Okay, het begint ingewikkeld te worden.
A: Sorry! Laat ik in dat geval even mijn monoloogje verderzetten!

Ik hoop dat iedereen op dit ogenblik een beetje snapt dat het niet echt een sinecure was als officier om de soldaten te laten rondhossen op het slagveld en te hopen dat genoeg musketballetjes hun doel zouden treffen.

Vrij frustrerend denk ik dan...

En dat dacht de Britse officier ook...

Qua inventiviteit zat het in Europa op het vlak van oorlogvoering niet echt snor in de 18de eeuw, maar op zich was dat niet echt een probleem, want ieder land in Europa had dezelfde tactieken!
Er waren drie verschillende formaties die goed geoefend dienden te worden om zo efficiënt mogelijk op te treden tijdens de slag.
1. Lijnformatie
2. De carré (1 of 2 e's?) / Square
3. De colonne

1.
The Thin Red line - 93rd Highlanders at the Battle of Balaklava 1854 (Robert Gibb)

2.
The 28th Regiment at Quatre Bras (Elizabeth Thompson)

3.
The 26th Foot Marching

Alledrie formaties werkten volgens het blad-steen-schaar principe (steen verslaat schaar, schaar verslaat papier, papier verslaat steen, u kent het wel). Iedere formatie had dus een doel.
1. Lijn verslaat infanterie, wordt verslagen door cavalerie en artillerie***
2. Carré verslaat cavalerie, wordt verslagen door infanterie en artillerie***
3. Colonne verslaat niemand, maar het is verdomd handig om snel van de ene kant van het slagveld naar het andere te trekken.

Nu, om even verder te gaan op dat "lijn-principe". Het doel van de lijnformatie is om zoveel mogelijk musketten in actie te laten komen. Het is vrij dom om een Company (100 man, zie boven) op te stellen in rijen van tien, waarbij de voorste drie rijen kunnen vuren, terwijl de andere zeven gezellig wat kunnen praten over het weer of de Spaanse furie die ze de nacht tevoren bedwongen hebben, terwijl de achterste rij een potje voetbal zit te spelen.
Zo zat het, helaas, niet in mekaar.

Alle Europese legers stelden hun lijnformaties op in drie rijen; iets wat we ook terugvinden in het boek van Dundas. Op die manier krijg je niet alleen een mooi stukje salvo-vuur, maar de lijn is stevig genoeg om charges door infanterie (en eventueel cavalerie) te doorstaan. De derde rij kan bovendien de voorste twee rijen opvullen wanneer dat nodig is.
Klinkt betrekkelijk mooi hè? Tot je de tegenargumenten te horen krijgt****
1. Het vuur van de derde rij is niet effectief genoeg. De voorste rij kan uiteraard knielen, maar ook bij een lijn van twee rijen is dat natuurlijk de beste oplossing.
2. Bij een tegencharge zijn de bajonetten van de achterste rij te kort om echt mee te doen in het steekspel (en een kwestie van "er niet bij kunnen" is nooit leuk natuurlijk).

en DAT, Damen und Herren is, hoe simpel en onnozel het ook klinkt, het fundamentele verschil waardoor de Britse linies in hun voordeel waren ten opzichte van alle andere staande legers tijdens de Napoleontische periode... en zeker tegen de Fransen.

Johnny Newcombe smells powder for the first time (Thomas Rowlandson (1756 - 1827))

Nu, even een klein woordje uitleg, want ik kan mij al levendig voor de geest halen dat u hier met wijde opengetrokken ogen mij zit aan te staren.
Dè tactiek van de Franse Maréchals (en officieren in het algemeen) om hun troepen zolang mogelijk in colonne-formatie te houden, en ze pas op het allerlaatste ogenblik uiteen te laten breken in lijnformatie. Sommige officieren gaven dat bevel zelfs niet en hoopten dat het overweldigende zicht van duizenden Franse soldaten die mooi in het gelid aanmarcherend kwamen, met de wapperende banieren, gezegend door de Keizer en de trommelaars die de pas-de-charge slaan (door de Redcoats liefhebbend "Old Trousers" genoemd), genoeg zou zijn om de tegenstanders op de vlucht te jagen

En dat lukte ook tegen alle geallieerde legers waar Bunoparte mee in de clinch lag....


Behalve tegen de Redcoats...

Door hun lijnformatie te beperkten tot twee rijen en deze zodoende breder te maken, konden de Redcoats een veel effectievere fusillade inbrengen dan eender welk ander geallieerd leger, terwijl in de Franse colonne enkel de voorste rijen daar iets tegen in konden brengen.
Tellen we daar nog n's bij dat de Britten regelmatig getraind werden in musketschieten, terwijl dat bij de Fransen minder van belang was (en zeker naar het einde van Buonaparte's bewind); en voila, winning combination!

Standvastig 2-3 schoten per minuut vuren, terwijl de voorste Franse linies vallen, waardoor degenen daarachter zich een weg moeten zien te banen door de hopen gewonden en doden...
de cohesie van de colonne begint uit elkaar te vallen... en... uiteindelijk besluiten de meesten onder hen dat ze er genoeg van hebben en wordt de terugtocht geblazen.
Hoewel de Fransen standvastige kerels waren, gebeurde wel vaker wat in de eerste alinea geschreven staat:



"Parole, Monsieur?"



Zwaard van Napoleone Buonaparte, aanwezig in de Slag bij Marengo (14 juni 1800).
Verkocht in Fontainebleau (juni 2007) voor 4,8 miljoen Euro.



* Parole: Letterlijke vertaling uit het Frans is "woord". Oorspronkelijk zei men iets in de aard van "Je vous donne ma parole d'honneur" of "Ik geef mijn erewoord". Het parole-principe werd toegepast door gentlemen doorheen Europa, wat inhield dat de officier in het beste geval weer op vrije voeten gesteld werd. Uiteraard impliceerde deze belofte dat hij nooit meer de wapens mocht opnemen tegen de vijand.
En dit erewoord werd wel degelijk gehouden! Eergevoel was zowat het stokpaardje van de 'Gentry' en het breken van een woord was pure heiligschennis en kon de oorzaak zijn van een leven lang scheef bekeken worden.
** Recordhouder voor het maken van de verste "kill" is de Canadees Rob Furlong, die 2002 een Talibanstrijder wist te raken op een afstand van 2.430 meter met een McMillan Tac-50 (kaliber .50). Hiermee heeft hij het decennia lange record van de Amerikaan Carlos Hathcock (Viëtnam, 1967) verbeterd met 144 meter (2.286 meter). Even vermelden dat de teamgenoot van Furlong, Arron Perry, niet lang daarvoor ook het record had gebroken met een afstand van 2.310 meter
*** Hieruit kan u opmaken dat infanterie tegen artillerie vrij pijnlijk kan worden.
**** Bron: HAYTHORNTHWAITE, P.,'The line - three ranks or two?', British Napoleonic Infantry Tactics 1792-1815, Oxford, Osprey Publishing, 2008, p. 15-16.

woensdag 29 juli 2009

Het prille begin

Gegroet. Laat ik mezelf even aan u, de lezer van deze blog, voorstellen. Mijn naam is Lawrence, 23 jaar jong en woonachtig in de nabije omgeving van Leuven.
Van waar die passie over een onderwerp als deze, om er een blog aan te wijden, vraagt u zich waarschijnlijk af.
Om eerlijk te zijn weet ik zelf niet echt waar het begonnen is. In eerste instantie is mijn interesse voor het onderwerp "krijgsgeschiedenis" in het algemeen al een paar jaartjes geleden beginnen opbloeien, maar als ik echt specifieker moet gaan... dan zal het waarschijnlijk begonnen zijn met het kijken naar de Sharpe-serie (naar de boeken van Bernard Cornwell). Richard Sharpe (Sean Bean trouwens), het archetype van de macho, de man-man. "Raised from te ranks" en een pussy-magnet pur-sang. Aangezien het nog enkele jaren zal duren vooraleer het concept hier in België zal aanslaan (i.t.t. de Hornblower-serie die al enkele heruitzendingen achter de rug heeft op Canvas) diende ik me in die tijd te behelpen met de media die "internet" noemt.
Ergens op een eenzame, inactieve weekavond moet ik op die manier na het eindeloos surfen op Youtube, gestoten zijn op de aflevering "Sharpe's Rifles", de eerste in de rij van (intussen) 16 episodes.
En vanaf toen is het waarschijnlijk begonnen. De eerste fascinatie en de totale onwetendheid die er uiteindelijk toe geleid hebben dat ik het allemaal nèt interessant genoeg vond om er momenteel een blog over te vullen.

Richard Sharpe en zijn Chosen Men

Met die verklaring is het "Redcoat"-mysterie natuurlijk nog altijd niet volledig opgelost. Wat heeft ertoe geleid dat ik de Britten verkies boven de "Grande Armée" van Bonaparte (of de Pruisen, Oostenrijkers, Russen, Egyptenaren, etc etc etc)?
Antwoord: geen idee...
Rood is mijn favoriete kleur. Misschien daarom net.

Enkele tips vooraleer ik u voorstel aan mijn nieuwe blog:

1. Neem nooit iets onmiddellijk voor waar aan. Durf zelf denken. Mocht ik opeens voor de dag komen met het feit dat Napoleon maar 1 teelbal had*, dan is dat ook maar mijn individuele mening. Ik moet mijn kennis ook maar uit (een diversiteit aan) bronnen zien te putten. Indien u daar problemen mee hebt, dan wil ik daar graag over discussiëren.
2. Even ter informatie voor de mensen die niet echt into krijgsgeschiedenis zijn. "Redcoat" was de roepnaam voor Britse soldaten omwille van het uniform dat ze droegen, vanaf de standaardisering in 1645 (mede onder invloed van Oliver Cromwell, tijdens de Engelse Burgerloorlog (1641-1651)) tot 1897 toen het khaki (afgeleid van het woord khâk, het Perzische woord voor "stof") ingevoerd werd.


Anyway, ladies and gentlemen. Hierbij presenteer ik met trots mijn nieuwe blog. Veel plezier ermee!





*Voor de geïnteresseerden: het was niet Buonaparte, maar Adolf Hitler die eraan leed, wat tijdens de Tweede Wereldoorlog liedjes opleverde zoals "Hitler has only got one ball. The other is in the Albert Hall. His mother, the dirty bugger, cut it off when he was small."
** Eveneens voor de geïnteresseerden: Vanaf nu zal ik naar de figuur Napoleon Bonaparte refereren als Napoleone Buonaparte. Ik vind zijn Corsicaanse naam beter klinken dan de Franse ersatz-versie. Nèh!