Royal Scots Greys tijdens de Slag bij Waterloo (Lady Elizabeth Butler)
"The French system of conscription
brings together a fair sample of all classes;
ours is composed of the scum of the earth,
the mere scum of the earth. It is only
wonderful that we should be able to make
so much out of them afterwards."
(Arthur Wellesley, 1ste Hertog van Wellington)

vrijdag 31 juli 2009

Het belang van formaties

Make ready! ... present! ... FIRE!

Daar draait het allemaal om op het slagveld tijdens de Napoleontische Oorlogen. Het laden van de musket, schieten, herladen en het hele proces begint van voor af aan, tot een van de twee partijen er de brui aan geeft en besluit een potje achteruit te lopen of met de witte vlag te zwaaien waarna de leidinggevende officier zijn zwaard afstaat en om een "parole"* vraagt. Zo simpel gaat het allemaal tijdens de Napoleontische veldslag.

Niet dus.

Nu ja, ik kan in dit geval een hele moeilijke uiteenzetting geven van de Britse tactieken tijdens de Napoleontische Oorlogen, maar in weze verschillen die toch niet zozeer van die van andere Europese legers tijdens de 18-19de eeuw.

Generaal Sir David Dundas Bt (1735-1820)

Aan de basis van de Britse infanterietactieken ligt Generaal Sir David Dundas Bt (1735-1820), die zich specialiseerde in drill en manoeuvreren. Hij haalde zijn mosterd hiervoor bij de Pruisen, Oostenrijkers èn Fransen die in de tweede helft van de 18de eeuw al wèl hun soldaatjes mooi in het gelid konden laten lopen.
Dundas schreef in al zijn kunde zijn voornaamste werk: 'The Principles of Military Movements chiefly applicable to Infantry' (1788).
Dit werk bleek zo populair te zijn dat het tien jaar later (1798!) bij koninklijk besluit verplicht uitgedeeld werd aan elke infanterie-officier.
Hoewel het boek door bijna elke officier veracht werd door zijn omslachtigheid (veel te ingewikkeld voor de gentleman-soldier!), werd een deel ervan wereldwijd bekend: 'The Dundas-manoeuvres', of de 18 maneuvers (voorbeeld te vinden hier, vanaf pagina 179).
Deze, met haast mathematische uitgedachte serie troepenbewegingen, zou de basis gaan vormen voor de infanterie-tactieken die gebruikt werden tussen 1803 en 1815 (en tot in de tweede helft van de 19de eeuw!)

Slag bij Vitoria (21 juni 1813) door John Augustus Atkinson

Nu ja, hij mocht dan wel een essentiële toevoeging hebben gedaan aan het Britse drill-systeem; uiteindelijk was het net een afwijking van zijn systeem dat er voor zorgde dat de Redcoats een immens voordeel hadden ten opzichte van elk ander staand Europees leger.

Hoezo?


De musket, het wapen bij uitstek voor alle Europese legers tot het midden van de 19de eeuw, was op zich maar een halfslachtig onding dat qua principe eigenlijk niet veel verder stond dan de arquebus/haakbus van een paar eeuwen daarvoor

De effectieve doeltreffendheid van zo'n musket was ongeveer:
  • afstand 300 m - treffers 20 %
  • afstand 200 m - treffers 25 %
  • afstand 140 m - treffers 40 %
  • afstand 70 m - treffers 70 %
(Pruisische schootstests in 1790 met musketten uit 1782, met als doel een zeildoek van 32 m breed en 1,80 m hoog (de afmeting van een infanteriecompagnie) - Bron: Wikipedia)

Eerlijk, zoiets is ten opzichte van hedendaagse standaarden eigenlijk om van te huilen.**
Aangezien ik hier niet van plan ben om het hele principe van de musket uit te leggen, maar mij even wil richten op de tactiek, komen we even bij een question-answer dialoogje tussen ik en mezelf:

Q: Wat kan ik uit die schootstests eigenlijk afleiden?
A: Stel, je staat aan de goal van een voetbalveld met een musket, en je doelwit staat aan de overzijde, recht tegenover jou (met als voorwaarde dat het voetbalveld ongeveer 120 meter lang is). Dan heb jij, als je al wat oefening hebt gehad, een goeie 40-45 procent kans om dat doelwit te raken.
Q: Tja, hoe los je zo'n probleem dan op?
A: Simpel! Door een paar vrienden op te trommelen, die samen met jouw willen musketschieten!
Q: Hunk?
A: Als je een eenvoudig rekensommetje maakt, dan kan je afleiden dat, als je negen vrienden hebt uitgenodigd (voor de rekenwonders: dat maakt tien man), het doelwit (statistisch gezien) vier keer geraakt zal worden.
Q: Maar vroeger zullen er wel meer dan tien man gestaan hebben?
A: Inderdaad! Wat ben jij slim zeg!
De kleinste formatie, de sectie, bestond uit 25 Redcoats. Daarboven staat de Company (100 R). 10 Companies vormen een Battalion (1000 R), 1 of meer Battalions worden een Regiment, etc.
En op die manier krijg je veldslagen zoals Vitoria (FR <-> GB-ESP-P (zie tekening boven)) met bijna 155.000 deelnemers, tot de Slag bij Leipzig (FR (waaronder Polen, Napolitanenn Italianen en Saksen) <-> AUS - PR (Pruisen) - RU - SE (Zweden) - Saksen (beetje verdeeld volk)) waarbij meer dan 600.000 troepen werden ingezet, wat een van de grootste slagen in de geschiedenis opleverde (en de laatste grote slag van Buonaparte, die maar een goeie 200.000 man kon inbrengen en daarvan 25% verloor).
Q: Okay, het begint ingewikkeld te worden.
A: Sorry! Laat ik in dat geval even mijn monoloogje verderzetten!

Ik hoop dat iedereen op dit ogenblik een beetje snapt dat het niet echt een sinecure was als officier om de soldaten te laten rondhossen op het slagveld en te hopen dat genoeg musketballetjes hun doel zouden treffen.

Vrij frustrerend denk ik dan...

En dat dacht de Britse officier ook...

Qua inventiviteit zat het in Europa op het vlak van oorlogvoering niet echt snor in de 18de eeuw, maar op zich was dat niet echt een probleem, want ieder land in Europa had dezelfde tactieken!
Er waren drie verschillende formaties die goed geoefend dienden te worden om zo efficiënt mogelijk op te treden tijdens de slag.
1. Lijnformatie
2. De carré (1 of 2 e's?) / Square
3. De colonne

1.
The Thin Red line - 93rd Highlanders at the Battle of Balaklava 1854 (Robert Gibb)

2.
The 28th Regiment at Quatre Bras (Elizabeth Thompson)

3.
The 26th Foot Marching

Alledrie formaties werkten volgens het blad-steen-schaar principe (steen verslaat schaar, schaar verslaat papier, papier verslaat steen, u kent het wel). Iedere formatie had dus een doel.
1. Lijn verslaat infanterie, wordt verslagen door cavalerie en artillerie***
2. Carré verslaat cavalerie, wordt verslagen door infanterie en artillerie***
3. Colonne verslaat niemand, maar het is verdomd handig om snel van de ene kant van het slagveld naar het andere te trekken.

Nu, om even verder te gaan op dat "lijn-principe". Het doel van de lijnformatie is om zoveel mogelijk musketten in actie te laten komen. Het is vrij dom om een Company (100 man, zie boven) op te stellen in rijen van tien, waarbij de voorste drie rijen kunnen vuren, terwijl de andere zeven gezellig wat kunnen praten over het weer of de Spaanse furie die ze de nacht tevoren bedwongen hebben, terwijl de achterste rij een potje voetbal zit te spelen.
Zo zat het, helaas, niet in mekaar.

Alle Europese legers stelden hun lijnformaties op in drie rijen; iets wat we ook terugvinden in het boek van Dundas. Op die manier krijg je niet alleen een mooi stukje salvo-vuur, maar de lijn is stevig genoeg om charges door infanterie (en eventueel cavalerie) te doorstaan. De derde rij kan bovendien de voorste twee rijen opvullen wanneer dat nodig is.
Klinkt betrekkelijk mooi hè? Tot je de tegenargumenten te horen krijgt****
1. Het vuur van de derde rij is niet effectief genoeg. De voorste rij kan uiteraard knielen, maar ook bij een lijn van twee rijen is dat natuurlijk de beste oplossing.
2. Bij een tegencharge zijn de bajonetten van de achterste rij te kort om echt mee te doen in het steekspel (en een kwestie van "er niet bij kunnen" is nooit leuk natuurlijk).

en DAT, Damen und Herren is, hoe simpel en onnozel het ook klinkt, het fundamentele verschil waardoor de Britse linies in hun voordeel waren ten opzichte van alle andere staande legers tijdens de Napoleontische periode... en zeker tegen de Fransen.

Johnny Newcombe smells powder for the first time (Thomas Rowlandson (1756 - 1827))

Nu, even een klein woordje uitleg, want ik kan mij al levendig voor de geest halen dat u hier met wijde opengetrokken ogen mij zit aan te staren.
Dè tactiek van de Franse Maréchals (en officieren in het algemeen) om hun troepen zolang mogelijk in colonne-formatie te houden, en ze pas op het allerlaatste ogenblik uiteen te laten breken in lijnformatie. Sommige officieren gaven dat bevel zelfs niet en hoopten dat het overweldigende zicht van duizenden Franse soldaten die mooi in het gelid aanmarcherend kwamen, met de wapperende banieren, gezegend door de Keizer en de trommelaars die de pas-de-charge slaan (door de Redcoats liefhebbend "Old Trousers" genoemd), genoeg zou zijn om de tegenstanders op de vlucht te jagen

En dat lukte ook tegen alle geallieerde legers waar Bunoparte mee in de clinch lag....


Behalve tegen de Redcoats...

Door hun lijnformatie te beperkten tot twee rijen en deze zodoende breder te maken, konden de Redcoats een veel effectievere fusillade inbrengen dan eender welk ander geallieerd leger, terwijl in de Franse colonne enkel de voorste rijen daar iets tegen in konden brengen.
Tellen we daar nog n's bij dat de Britten regelmatig getraind werden in musketschieten, terwijl dat bij de Fransen minder van belang was (en zeker naar het einde van Buonaparte's bewind); en voila, winning combination!

Standvastig 2-3 schoten per minuut vuren, terwijl de voorste Franse linies vallen, waardoor degenen daarachter zich een weg moeten zien te banen door de hopen gewonden en doden...
de cohesie van de colonne begint uit elkaar te vallen... en... uiteindelijk besluiten de meesten onder hen dat ze er genoeg van hebben en wordt de terugtocht geblazen.
Hoewel de Fransen standvastige kerels waren, gebeurde wel vaker wat in de eerste alinea geschreven staat:



"Parole, Monsieur?"



Zwaard van Napoleone Buonaparte, aanwezig in de Slag bij Marengo (14 juni 1800).
Verkocht in Fontainebleau (juni 2007) voor 4,8 miljoen Euro.



* Parole: Letterlijke vertaling uit het Frans is "woord". Oorspronkelijk zei men iets in de aard van "Je vous donne ma parole d'honneur" of "Ik geef mijn erewoord". Het parole-principe werd toegepast door gentlemen doorheen Europa, wat inhield dat de officier in het beste geval weer op vrije voeten gesteld werd. Uiteraard impliceerde deze belofte dat hij nooit meer de wapens mocht opnemen tegen de vijand.
En dit erewoord werd wel degelijk gehouden! Eergevoel was zowat het stokpaardje van de 'Gentry' en het breken van een woord was pure heiligschennis en kon de oorzaak zijn van een leven lang scheef bekeken worden.
** Recordhouder voor het maken van de verste "kill" is de Canadees Rob Furlong, die 2002 een Talibanstrijder wist te raken op een afstand van 2.430 meter met een McMillan Tac-50 (kaliber .50). Hiermee heeft hij het decennia lange record van de Amerikaan Carlos Hathcock (Viëtnam, 1967) verbeterd met 144 meter (2.286 meter). Even vermelden dat de teamgenoot van Furlong, Arron Perry, niet lang daarvoor ook het record had gebroken met een afstand van 2.310 meter
*** Hieruit kan u opmaken dat infanterie tegen artillerie vrij pijnlijk kan worden.
**** Bron: HAYTHORNTHWAITE, P.,'The line - three ranks or two?', British Napoleonic Infantry Tactics 1792-1815, Oxford, Osprey Publishing, 2008, p. 15-16.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten